Wat is een bodemattest en waarvoor dient het?

Kan ik met het bodemattest tot een overdracht overgaan?

Kan ik mijn grond overdragen met een blanco bodemattest? Wat als mijn grond is opgenomen in het Grondeninformatieregister? Is het oriënterend bodemonderzoek nog geldig? Wat is een verspreidingsperceel?


Het bodemattest informeert de koper van een grond over de bodemkwaliteit. Voor het sluiten van een overeenkomst betreffende de overdracht van álle gronden, zowel risicogronden als niet-risicogronden, is een bodemattest noodzakelijk.

Voor overdracht van niet-risicogronden is dit de enige voorwaarde om tot overdracht over te gaan. De notaris of makelaar deelt de inhoud van het bodemattest bij ondertekening van het compromis mee aan de kandidaat-verwerver. Hij vermeldt de inhoud ook in de authentieke akte waarin de overdracht van de grond wordt vastgelegd.

Voor overdracht van risicogronden zijn er nog bijkomende voorwaarden.

Via onderstaande tools kan u de bruikbaarheid van een afgeleverd bodemattest nagaan:

De grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister

Indien de OVAM geen relevante gegevens over de grond heeft in haar grondeninformatieregister, dan vermeldt het bodemattest dat deze grond niet is opgenomen in het grondeninformatieregister. Dit wordt soms ook een "blanco" bodemattest genoemd.
Betekent dit dat de grond niet verontreinigd is? Niet noodzakelijk. U weet nu alleen dat er nog geen oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd.
Opgelet! Gaat het om een risicogrond? Dan kan de grond niet overgedragen worden met dit bodemattest. Er moet eerst een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden door een bodemsaneringsdeskundige in opdracht van de overdrager.

De grond is opgenomen in het grondeninformatieregister

Het bodemattest vermeldt dat de grond is opgenomen in het grondinformatieregister. Verder vermeldt het of er op de grond bodemverontreiniging werd aangetroffen en of verder onderzoek of bodemsanering noodzakelijk is. U vindt via het geoloket of een grond bij de OVAM gekend is.

Wanneer de OVAM een grond een eerste maal opneemt in het grondeninformatieregister, bezorgen we een bodemattest aan de eigenaar en de gebruiker van de grond. Wil een derde partij ook een attest? Geen probleem: we leveren het bodemattest af na aanvraag.

Het bodemattest van een risicogrond kan verschillende rapporten vermelden uit het onderzoeks- en saneringstraject. 

Als het bodemattest van een niet-risicogrond toch informatie vermeldt, betekent dit dat er:
  • Een (vrijwillig) bij de OVAM ingediend bodemonderzoek werd uitgevoerd op dit perceel waarbij men al dan niet bodemverontreiniging vaststelde.
  • Een bodemonderzoek aanwezig is bij de OVAM, waarin een bodemverontreiniging is vastgesteld die tot stand kwam op een naburig perceel. In dat geval is er sprake van een verspreidingsperceel. Alle gronden waarop concentraties boven de richtwaarde worden vastgesteld neemt de OVAM op in het grondeninformatieregister.
  • Een schadegeval (bijvoorbeeld een lek in een stookolietank) op het perceel plaatsvond waarbij bodemverontreiniging tot stand kwam.

Geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek

De geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek voor de overdracht van een risicogrond wordt bepaald in artikel 64 van het Vlarebo. het geeft aan in welke gevallen wel of niet een nieuw oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd moet worden.

In bepaalde gevallen vestigen we op het bodemattest de aandacht op de toepassing van artikel 64 Vlarebo-besluit bij overdracht:

Situatie

Als gevolg van een kadastrale wijziging doet het oriënterend bodemonderzoek, uitgevoerd op een vroeger kadastraal perceel, geen uitspraak meer over de bodemkwaliteit van het volledige, nieuwe kadastraal perceel.
 

Op de grond werden er verschillende oriënterende bodemonderzoeken uitgevoerd (op een vroegere kadastrale situatie). Deze oriënterende bodemonderzoeken afzonderlijk doen slechts een uitspraak over een deel van de grond. Samen genomen is er wel een uitspraak mogelijk over de bodemkwaliteit van de grond. Hierbij is het van belang dat voor elk onderzocht deel van de grond gekeken wordt of er nog risico-inrichtingen aanwezig waren ná het specifieke oriënterend bodemonderzoek.

Op de grond werden er verschillende oriënterende bodemonderzoeken uitgevoerd. Het oriënterend bodemonderzoek dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van de volledige grond, is niet het meest recente oriënterend bodemonderzoek.
 

Info op het bodemattest

"Door een wijziging van de perceelsgrenzen is er voor deze grond geen oriënterend bodemonderzoek beschikbaar dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is".

"De oriënterende bodemonderzoeken doen samen een uitspraak over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is".


 

"Het oriënterend bodemonderzoek van !!! DATUM !!! is het meest recente oriënterend bodemonderzoek dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is".

Het is de notaris die de geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek voor de overdracht nagaat.

Exploitatieonderzoek

Een exploitatie-onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van exploitatie en kan niet aangewend worden voor overdracht van het volledige perceel.

Verspreidingspercelen

Wat is een verspreidingsperceel?

Als een verontreiniging tot stand komt op een kadastraal perceel A en zich verspreidt naar een kadastraal perceel B wordt B een verspreidingsperceel genoemd. Verspreiding kan op verschillende manieren gebeuren. Bijvoorbeeld doordat de vlek in de grond zich uitbreidt, doordat verontreiniging in het grondwater terecht komt en zo met de stroming van het grondwater wordt meegevoerd (onderstroming) of door atmosferische depositie.

De termen verspreiding en onderstroming worden soms door elkaar gebruikt maar in feite wordt hetzelfde bedoeld: de verontreiniging ontstond op een ander perceel en is gemigreerd.

Juridische gevolgen

De saneringsplicht ligt bij de exploitant, gebruiker of eigenaar van het perceel waar de verontreiniging tot stand kwam. In bovenstaand voorbeeld is dat perceel A. De saneringsplichtige neemt het initiatief voor de bodemonderzoeken en -sanering en draagt de kosten.

Als u als eigenaar van een verspreidingsperceel meent schade te lijden door toedoen van anderen, dan kunt u beroep doen op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek om te trachten om schadevergoeding te krijgen van degene die de verontreiniging veroorzaakte. Het Bodemdecreet voorziet hiervoor geen aparte regeling. De OVAM kan in dergelijke zaken dan ook niet tussenbeide komen. U kunt wel rapporten van bodemonderzoek raadplegen en kopiëren als bewijslast.

Praktische gevolgen

Moet de verontreiniging gesaneerd worden? Dan kan het zijn dat op perceel B ook werken moeten plaatsvinden. De exploitant, gebruiker of eigenaar van perceel B wordt door de OVAM op de hoogte gebracht van zodra een bodemsaneringsproject wordt ingediend. Hij of zij kan dan bezwaren of opmerkingen doorgeven.

De vermelding van bodemonderzoeken en het saneringsproject op het bodemattest staat een overdracht van perceel B niet in de weg. Een niet-risicogrond kunt u overdagen met een bodemattest, ongeacht welke bodemonderzoeken er op vermeld staan.

Bodemattest voor een deel van een perceel

Indien het bodemattest handelt over een deel van een perceel, gaat de informatie vermeld op het bodemattest onder het luik 'gemeentelijke inventaris' nog steeds over de informatie voor het voltallige perceel. Een risicogrond is een uitspraak op perceelsniveau.

Eén van de voorwaarden om niet-verontreinigde delen van percelen te kunnen overdragen is dat er zich geen risico-inrichtingen bevinden op dit deel van het perceel. De notaris moet deze voorwaarde nagaan voor het deel van het perceel. Voor alle andere voorwaarden verwijzen we naar de richtlijnen bij overdracht delen van percelen.

Indien gewenst kan een gemotiveerde verklaring 'geen risicogrond' ingediend worden voor het deel van het perceel. Ook hier zal steeds de bevestiging van de gemeente nodig zijn vooraleer de informatie van risico-inrichtingen kan worden aangepast in het grondeninformatieregister voor dat betrokken deel.

Team klantenbeheer - bodem